De spelregels van padel lijken erg op die van tennis. Padel speel je meestal twee tegen twee. Je speelt met een padelracket en padelballen. Aan het padelracket zit een veiligheidskoord. Deze moet altijd rond de pols gedragen worden om ongelukken te voorkomen. De padelbaan is een combinatie van een tennisbaan en een squashbaan, waardoor de kooi van 10 bij 20 meter is omringd door glas en hekwerk.
De spelregels van padel lijken op die van tennis. Want de bal moet over het net op de helft van de tegenstander worden geslagen. De bal mag slechts éénmaal stuiteren op de grond. De bal moet eerst aan de overkant de grond raken, voordat deze het glas of hekwerk raakt. Om een bal terug te spelen mag je wel het glas aan je eigen kant gebruiken, maar niet het hek.
De wedstrijd begint met de opslag. Sla altijd onderhands op en zorg dat je de bal niet hoger dan middel/navelhoogte opslaat, met beide voeten achter de servicelijn en naast de verlenging van de middenlijn. De eerste opslag begint aan de rechterkant en vervolgens wordt afwisselend van links en rechts opgeslagen. De persoon die serveert moet de bal laten stuiteren achter de servicelijn, voordat de bal diagonaal naar de overkant van het net wordt gespeeld in het vak van de tegenstander. Wanneer de bal aan de overkant is, moet de bal stuiteren binnen de kooi en het service vak. Pas na de stuit mag de tegenstander de bal terugslaan. Let op: bij de service mag de bal niet tegen het hek aankomen. Wel mag de bal het glas raken.
Het is belangrijk om te weten dat tijdens de rally’s de bal maar één keer de grond mag raken. Na de opslag mag de bal niet direct terug gespeeld worden zonder een stuit. Dit mag wel na de return. De bal moet stuiten voordat hij de wand of het hekwerk raakt, anders is het een fout. De ontvanger mag de bal direct terugslaan of via de achter- of zijwanden terugspelen, maar niet via het hek. Maar na contact met de wand, mag de bal niet opnieuw de grond raken. De bal mag niet rechtstreeks tegen het hekwerk of de glazen wand aan de overkant worden gespeeld. Hij moet eerst stuiteren in het veld aan de overkant. Het spel gaat door tot de bal twee keer stuitert op het speelveld of de regels op een andere manier worden overtreden.
Via de video van de KNLTB kun jij alle spelregels bekijken en terug vinden. Dan zie je meteen hoe de regels in de praktijk gebracht worden.
Heb je vragen? Stel ze dan gerust aan onze trainers! Wil jij meer spelregels en tips bekijken? Check dan deze instructievideo’s van Bram Meijer en Uriël Maarssen.